Tot vier keer toe kreeg ik een kind
En allen zijn ze zeer bemind
Ze werden groot, gingen hun weg
Met veel geluk en soms met pech

Drie van hen zijn nu nog in leven
Hebben ons nageslacht gegeven
Zo gaat door hen het leven door
Zij leven ons het leven voor

Maar een ontbreekt in deze rij
en is er heel lang niet meer bij
Zij is en blijft ons tweede kind

Ook Maaike maakte ons heel blij
Maar ach, zij is er niet meer bij –
Haar naam staat op het lint

Paul Kuiper