24-09-1970 – 19-09-1998


Hester van Nierop

Op 19 september 1998 werd Hester van Nierop vermoord in Ciudad Juárez, een enorme grensstad tussen Mexico en de Verenigde Staten. Hester, haar zusje Melisse en wij, haar ouders, namen aan het einde van een gezamenlijke vakantie afscheid van elkaar. Om half twee donderdag vertrekt Hesters bus naar Casas Grandes, een opgraving die ze nog graag zou willen zien voordat ze de grens oversteekt naar de Verenigde Staten. Hester is op zoek naar werk als architect of naar een stageplaats. In haar rugzak heeft ze alles. Van nette kleren, haar port-folio met werk tot een warme trui en maillot voor de winter. Ze is van plan zes tot acht maanden weg te blijven.

Hester Suzanne van NieropWij vliegen terug naar Mexico City, waar we nog een paar dagen hebben voordat we zondagavond naar Nederland gaan. Dinsdag komt in de avond German, onze oudste, aangenomen zoon uit Peru de verhalen horen over zijn zussen en het plezier dat we samen hadden. Hij had net een nieuwe baan, dus kon spijtig genoeg niet mee. Om elf uur ’s avonds gaat hij weer op pad naar Rotterdam waar hij woont. Om twaalf uur, wij liggen al in bed, wordt er gebeld. De politie staat voor de deur en vraagt ons of we de ouders zijn van Hester van Nierop. Vreselijke foute boel, schiet door me heen. Dit betekent iets afgrijselijks. Hester is vermoord. Dood gevonden in een hotel, we weten er verder nog niets van af, maar voor verdere informatie kunnen we bellen met de Nederlandse ambassade in Mexico. Helaas, hoewel anders afgesproken met de politie had de Nederlandse ambassade het antwoordapparaat aanstaan. Gelukkig had de politie ook nog een telefoonnummer van de Mexicaanse politie. We spreken redelijk Spaans, dus ik belde het nummer dat ik kreeg: ‘uw dochter is op zondag gevonden door het kamermeisje dat de kamer moest schoonmaken’. Ze was gewurgd en decent met een handdoek om haar middel onder het bed geschoven. Ondertussen was het nacht. We belden German die volslagen in de paniek schoot, hij moest eerst zijn positieven vinden en kwam pas de volgende ochtend. We hebben toch nog even geslapen. De volgende dag moest van alles geregeld worden. We gingen naar Buitenlandse Zaken om Hester aan de hand van foto’s te identificeren. Haar paspoort en rijbewijs waren gevonden, daarmee konden de mensen van de Nederlandse ambassade in Mexico haar identificeren. Wij hoefden dus niet naar Mexico voor de identificatie. German besloot Melisse uit Mexico op te halen. Ze wist van niets en zat in een schildpaddenkamp langs de kust. Een pak van ons hart! Die kwam dus veilig naar huis. Buitenlandse Zaken bemiddelde en German en Melis werden op Schiphol buiten de mensenmassa om naar ons toe gebracht om zo het eerste verdriet samen kunnen te delen.

Niets was er verder bekend over de toedracht. Ondertussen kwam het autopsierapport via Buitenlandse Zaken. Helaas in het Spaans, Buitenlandse Zaken had geen capaciteit of zag geen mogelijkheid om dat voor ons te laten vertalen en gaf als commentaar: ‘als het nou Engels of Frans was geweest.’ Het moest eerst vertaald worden. Dat moest via een officiële instantie en duurde enige dagen. Daarna mochten we het inzien in aanwezigheid van de huisarts. Ik had een onstuitbare drang om alles te willen weten. Ieder woord uit het rapport. Niemand moest mij om de tuin proberen te leiden. Hester was bewusteloos geslagen. Er werd geen sperma gevonden, dat betekende voor mij dat ze verkracht was met condoom, want haar vagina was wel opgezet. Daarna was ze gewurgd. Pas later, toen de Haagse politie zich verdiepte in het rapport, werd duidelijk dat ze zonder stress gestorven was. Ze vertoonde geen stressverschijnselen. Voor ons erg belangrijk, want je kind in doodsnood is iets onverteerbaars! De Haagse politie verdiepte zich in de moord op Hester omdat de officier een oude buurjongen van mij was geweest. We hadden samen geknikkerd. Het liefste nam hij de hele zaak in eigen handen om alles uit te zoeken. Helaas was dat tegen de regels. Het was een zaak van Buitenlandse Zaken en hij had zich er niet mee te bemoeien. Erg prettig dat hij dat toch deed en ons verder kon helpen met het autopsierapport! Gezien de gang van zaken met Buitenlandse Zaken was het logisch dat er in Nederland niet opnieuw een forensisch onderzoek gedaan zou worden. Overigens maakte onze politieman zich ernstige zorgen of het Hester wel was die in de kist zat. Omdat ons was afgeraden nog afscheid te nemen, was niet gecontroleerd wie in de kist lag en in welke staat. Pas veel later vertelde hij ons dat hij er uiteindelijk achter was gekomen dat het inderdaad om Hester ging. Hoe dat in zijn werk was gegaan hebben we hem niet meer gevraagd.

Buitenlandse Zaken stuurde de rapporten die ze van de Mexicaanse Politie gefaxt kregen keurig door. Vertalen was ook hiermee weer niet mogelijk. Ik heb ze toen boos verweten dat ze voor mij niet meer betekenden dan dat ze een doorgeefluik waren. Overigens is ons Spaans niet slecht, maar de documenten die via Buitenlandse Zaken binnen kwamen waren in een zodanig ambtelijk taalgebruik opgesteld dat wij er niets van begrepen. Bovendien wil je op zo’n moment helemaal geen onheilstijding lezen over de moord op je dochter. Je moet je er dus al toe zetten het in het Nederlands tot je door te laten dringen.

We moesten regelmatig bellen over de voortgang van het onderzoek. Dan kwam er weer een schrijven uit Mexico. Dat moesten we dan weer laten vertalen door een of andere kennis.

De voortgang bestond uit een beschrijving van handelingen uitgevoerd door de speciale politie-eenheid. Voor ons was het een raadsel waarom de moordenaar niet werd opgepakt. Dan wisten ze waar hij woonde, dan waar hij verbleef. Actie bleef echter uit. Overigens konden wij wel uit de inhoud van de politierapporten uit Mexico opmaken dat ze de zaken niet geheel serieus namen. Tegenstrijdigheden kwamen we vanaf het begin tegen. Terwijl ze mij de eerste dag al aan de telefoon hadden, namen ze daarna pas in april contact op met ons om te vragen of wij wisten wat Hester in Mexico gedaan had. Ze hadden haar reisverloop met veel moeite nagetrokken, terwijl we ze dat zo hadden kunnen vertellen.

Inmenging vanuit de Nederlandse politie in het proces was onmogelijk. De Nederlandse politieman die ons hielp zou er zo op af willen stappen, maar dat was geen optie.

In 2002 schreef een Mexicaanse journalist een boek over de moorden. Ook ons had hij uitgebreid geïnterviewd. In april 2003 kregen we te horen dat de zaak van Hester opnieuw bekeken zou worden. Er werd bij verteld dat de moord op Hester op zichzelf zou staan, terwijl in eerdere rapporten werd geschreven dat er gelijkenis was met andere moorden. Voortdurende tegenspraak was opnieuw kenmerkend. Verder leverde dit ‘opnieuw bekijken’ niets op. Amnesty International schreef in augustus 2003 het jaarrapport over de moorden in Ciudad Juárez. Vanaf dat moment wordt er op federaal niveau opnieuw en intensief aandacht aan de moorden besteed. Ook aan die van Hester. We waren ons ervan bewust dat deze aandacht voortvloeit uit de bemoeienis van Amnesty. Was die niet aanwezig, dan was de kans groot dat er nooit meer iets over de moord op Hester zou zijn vermeld.

In september 2004 vertrokken wij voor een week naar Ciudad Juárez om ons medeleven te betonen aan de andere ouders en om te zien waar Hester haar laatste uren doorbracht. Het werd een emotionele reis en niet zonder gevolgen. Thuisgekomen ontstond het plan om de stichting Hester te starten. Hoe we hierna de stichting Hester zijn begonnen staat uitgebreid beschreven op de website www.hester.nu.

Ondertussen voeren we vanuit de VOVK regelmatig besprekingen met het ministerie van Buitenlandse Zaken. En niet zonder resultaat. In 2006 is in samenwerking met de VOVK een protocol opgesteld zodat niet iedere ambtenaar in het buitenland opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. Bovendien wordt dit verhaal, samen met vier andere verhalen van kinderen die in het buitenland vermoord zijn, gebruikt als lesmateriaal bij Buitenlandse Zaken.